Je blik gaat van het contract naar Allard. ‘Is dit serieus?’

‘Heel erg serieus.’

‘Is dit wraak voor waarbij ik je gisteren betrokken heb?’

‘Ik wil juist geen drama zoals gisterenavond. Vriendjes, ex-vriendjes die jaloers zijn om welke reden dan ook. Jij bent hier vaak, heel vaak en ik wil geen gedoe.’

Hij hoeft zich geen zorgen te maken. Na het drama van Hugo hoef ik voorlopig geen vriendje..

Je leest het contract vluchtig door, maar je hebt het geld nodig dus je tekent. Wanneer je opkijkt naar Allard zie je vluchtig een twinkeling in zijn ogen. ‘Prima, dat is het voor vandaag. Ga naar huis, ben morgen op tijd mevrouw Von Amsberg.’ Wanneer je snel omkijkt als je de deur achter je dichttrekt zie je een lach op zijn gezicht. Je snapt er niks van…

Als je voorbij je bureau loopt pak je al je spullen in om morgen weer verder te kunnen. Je bedenkt je dat Allard de voortgang van de restauratie nog niet gezien heeft. Je besluit nog even terug te gaan met het schilderij in je armen. KLOP KLOP – Binnen!

‘Ik wilde u toch nog even storen om de voortgang van het schilderij te bewonderen. Wat vindt u ervan?’

Hij kijkt in de richting van je hand, maar de verkeerde hand als waar jij het schilderij in vasthoudt. ‘Prima hoor.’ Je wil hem in de haren vliegen omdat hij niet geïnteresseerd lijkt, maar nog net op tijd bedenk je wat er vandaag allemaal is gebeurd. Alle puzzelstukjes vallen in elkaar. Het kapotte horloge, de mok die hij niet gezien heeft, zijn sterke geur. Je laat het schilderij zakken en kijkt Allard aan. ‘Allard, kan jij wel zien?’

De spanning is om te snijden. Je hebt moeite je adem onder controle te houden nu er zo’n spanning in de lucht hangt. Je staart naar Allard, je haren op je armen beginnen te tintelen. Je verwacht dat hij iets zal zeggen maar het enige wat hij doet is je aanstaren. Je herhaalt je woorden en tussen ieder woord laat je een korte stilte vallen ‘Allard, kan jij zien?’ Zijn gezicht verandert. Je ziet het amper, maar juist omdat je naar hem aan het staren bent valt je iets op. Hij ging van verveeld naar bezorgd en nu is het boosheid. Zijn mondhoeken vallen naar beneden, zijn wenkbrauwen gefrommeld boven zijn neus. ‘Doe niet zo belachelijk, natuurlijk kan ik zien.’ Je zag aan zijn gezicht dat je het bij het juiste eind had. Je blijft pushen. ‘Allard, waarom hou je dit geheim? Het zou makkelijker zijn als je het niet zou hoeven te verbergen. Zeker niet voor mij.’

‘Je begrijpt het echt niet he!?

‘Laat me het dan begrijpen! Ik wil je helpen.’ Hij vouwt zijn handen voor zijn borst en kijkt je met een koude blik aan. De blik waarvan mensen zeggen “als blikken konden doden”. Zo één.

‘Ik wil je hulp niet. Ik heb mijn hele leven zonder hulp gekund, ik accepteer geen medelijden of sympathie.’

‘Dat is ook niet wat ik aanbied. Ik geef om je Allard, of jij dit nu wil of niet. Sterker nog, of ík dit nu wil of niet. Ik wil het beste voor je. Als ik daarbij kan helpen, dan doe ik dat graag.’ Je stapt wat dichter naar hem toe, met het schilderij nog in je hand. ‘Je krijgt geen medelijden van me, maar ik kan je leven een stuk makkelijker maken.’

‘Als je mijn leven makkelijker wil maken, dan mag je vertrekken. Je bent een lastpost en een bemoeial. Pak je spullen maar en ga weg!’

‘Wat!? Dat meen je niet.’ De moed zakt je in de schoenen. Je wordt wéér buiten gegooid. Dit keer niet zo makkelijk. ‘Ik ben heel erg serieus. Je hulp is niet langer nodig. Ik ben niet van plan om jou te laten profiteren van mijn handicap.’ Je kijkt hem aan en durft nog een stap dichterbij te zetten. Je nekharen reageren, maar jij blijft voor zijn neus staan. ‘Ik zie jou als een persoon die redelijk goed een karakter kan inschatten. Allard, heb ik je één reden gegeven om mij niet te vertrouwen? Heb ik iets gedaan waardoor je zou denken dat ik niet zou zijn wie ik laat zien?’

‘Sommige mensen zijn goed in het dragen van maskers Elise.’ Je ziet een hint van verdriet op zijn gezicht. Hij vermant zich snel en nu is het enige wat je ziet zijn koude blik. ‘Wat doe je hier nog? Ga weg Elise. Je salaris zal deze week worden overgemaakt.’ Je voelt je machteloos en boos. Je tikt met je vinger op zijn borst. ‘Prima, als jij dit zo wilt. Ik wil niet werken voor een arrogant persoon zoals jij.’ Je zet het schilderij naast zijn bureau en graait de sleutels uit je tas. Shit, waar zijn je sleutels? Je kijkt zijn kantoor rond. Ah, daar zijn ze. Je loopt naar het bureau waar je eerder vandaag in de buurt was. Je pakt je sleutels van de grond en kijkt zo naar het houten beeldje waar hij eerder mee bezig was. Het is een grote gardenia bloem. Takjes aan de zijkanten, een zonnetje. De precisie waarmee hij alles uitgekerfd heeft, wat knap! Je draait je om met het beeldje in je handen. Hij staat recht achter je.

‘Het spijt me meneer Falck. Het was niet mijn bedoeling om rond te snuffelen. Ik denk dat toen je me vanmiddag angstvallig weghield bij je snijwerk, mijn sleutels hier op de grond zijn gevallen. Het is prachtig.’ Hij kijkt nors. ‘Hou het maar.’ Zijn ogen zijn donker. Ook al kan hij jou niet zien, hij kijkt je recht aan. ‘Zie het als een afscheidscadeau.’ Hij draait zich om, zijn sterke rug van je af bewegend naar zijn bureau. Je voelt je somber maar hij wil niet dat je hem helpt. Je houdt het beeldje angstvallig vast voor je borst. Alsof het je kan beschermen. Je kan niets anders dan naar de deur lopen en te vertrekken. Eenmaal bij de lift voel je steken in je hart. PING!

Je kijkt Wendy aan de balie somber aan. Je ziet aan haar blik dat ze precies weet hoe laat het is. Ze zwaait met een hand die niet beweegt. Alleen een paar vingers omhoog. Een “vaarwel”.

 

Anne ziet je met een sip gezicht op de bank zitten. Ze komt zachtjes naast je zitten en zegt: ‘Vertel.’

Je zegt wat er is gebeurd vandaag, maar je zegt niets over het zicht van Allard. Daar heeft niemand wat mee te maken. Ook al vertrouw je Anne voor 100%, het is niet mijn nieuws om rond te bazuinen. ‘Die Falck is een lastige noot om te kraken. Hoe voel je je?’ Je zucht. ‘Mijn eerste en meteen laatste dag. Ik voel me klote. Hij zou me niet moeten wantrouwen. En ik voel me nog meer tot hem aangetrokken juist. Wist hij maar dat het niet erg is om hulp te vragen. Ik geef het graag.’

KLOP KLOP KLOP. Je kijkt Anne aan. ‘Verwacht jij iemand?’ ‘Nee, ik niet.’ Je wenkbrauw gaat omhoog en loopt ondertussen naar de deur. ‘Fred?!’

‘Het spijt me dat ik je thuis moet storen Elise. Ik had gehoopt dat ik met je kan praten.’ Je wijst de beste man binnen en zegt: ‘Natuurlijk Fred, kom binnen. Anne, dit is Fred. De vorige assistent van meneer Falck. Hij is degene die me heeft uitgenodigd voor de baan.’

‘Fijn u te ontmoeten Fred. Kan ik u een kop thee of iets anders aanbieden?’

‘Lief van u Anne, graag!’ Jullie nemen plaats aan de eettafel. ‘Ik neem aan dat u meneer Falck hebt gesproken?’ Hij knikt en kijkt je met medeleven aan. Anne brengt jullie de thee waarna ze met een geruststellende lacht naar haar slaapkamer vertrekt. Fred neemt een slokje van de thee en kijkt je daarna serieus aan. ‘Ik zal maar met de deur in huis vallen. Ik wil niet dat je opgeeft om voor meneer Falck te werken.’ ‘Ik geef niet op Fred, hij heeft me ontslagen! En ik heb ervoor gevochten, geloof me. Hij wil mij daar niet hebben.’ Je ogen sla je naar de tafel en ook jij neemt een slokje van je thee. Hij lacht een beetje en zegt: ‘Zoals je nu ondertussen wel weet is meneer Falck gecompliceerd om mee te werken.’ Je wenkbrauw zegt Fred dat dit nog zacht uitgedrukt is. ‘Elise, er is iets wat je moet weten. Ik ben heel lang assistent van meneer Falck geweest. Ik ben de enige die hij in vertrouwen heeft genomen. Ik ben er niet voor eeuwig Elise. Hij zal iemand anders moeten vertrouwen.’ Je voelt dat er meer speelt. Daarnaast schrik je van het feit dat niemand het geheim van hem weet. ‘Wat bedoel je precies Fred?’ Een traan rolt over zijn wang. ‘Ik heb een hartziekte en de artsen zeggen dat ik niet lang meer heb. Het zou mij enorm veel rust geven wanneer ik weet dat hij in goede handen is.’ Je pakt zijn hand die op de tafel rust en geeft hem een kneepje. ‘Wat vervelend om te horen Fred. Kan ik iets voor je doen?’ Hij lacht naar je en zegt: ‘Kom morgen gewoon naar het werk. Ben rebels.’ Je moet lachen om het idee. ‘Dat klinkt niet echt als een slim plan Fred. Meneer Falck is, zoals je al zei, gecompliceerd..’ Nu is het hij die jou een kneepje geeft. ‘Ben je vergeten dat hij eigenlijk vond dat hij je niet nodig had? Je bent er één dag geweest, ondanks zijn houding. Je komt er wel. Roep alle wilskracht die je hebt en ben er voor hem morgen. Hij heeft je namelijk nodig.’ Je kijkt hem vragend aan. ‘Wat gaat er morgen gebeuren dan?’ Fred zucht. ‘Morgen is het een stressvolle dag voor meneer Falck. Er is een bestuursvergadering gepland. Er gaan geruchten dat een aantal bestuurders het bedrijf willen opbreken en verkopen. Meneer Falck is er al weken gestrest over. Hij kan je hulp goed gebruiken morgen. Je moet gaan.’

‘Zal hij zich niet overvallen voelen als ik morgen kom opdagen?’

‘Ik denk het tegendeel Elise. Meneer Falck zal het fijn vinden te weten dat hij iemand heeft die achter hem staat. Hij is alleen morgen. Hij is geen open persoon over privéomstandigheden.’ Hij geeft me een blik van verstandhouding. ‘Hij wil niet zwak lijken bij de overige bestuurders. Hij heeft je nodig. Of hij dit nu beseft of niet.’

‘Dank je wel Fred dat je bent langsgekomen. Ik denk erover na.’ Hij kijkt me blij aan. Die man heeft het al lang door…

Op de weg naar buiten vraag je: ‘Fred, hoe is hij zijn zicht verloren?’ Fred kijkt sip.

‘Het is gebeurd op zijn laatste missie. Hij ziet nog schimmen, maar veel is het niet.’ Fred geeft je een knuffel waarna je de deur achter hem dichtmaakt.

Terwijl je zelfverzekerd binnenloopt zakt de moed je steeds verder in de schoenen op weg naar boven. Wendy keek verbaasd toen je binnen kwam. Maar een lach sierde haar gezicht waarna ze enthousiast zwaaide.

PING!

Je hart gaat tekeer. Je ziet een aantal pakken een kamer binnenlopen een eindje de gang in. Je ziet nog net Allard in de gang lopen. Je denkt niet langer na en overbrugt de afstand. Hij stopt in zijn gang en kijkt om. Hij kijkt je verbaasd aan. Voordat hij iets kan zeggen, zeg jij: ‘We hebben een bestuursvergadering om naartoe te gaan.’ Je houdt de deur voor hem open en zijn gezicht staat nog steeds beteuterd. Het is een lange kamer met in het midden een mooie donkere mahonie houten tafel. Je loopt voor Allard naar een tweetal stoelen die nog vrij zijn. Je schuift een stoel naar achteren ‘Na u, meneer Falck.’ Ondertussen hoor je geroezemoes in de kamer. ‘Wie is dat?’ ‘Is ze niet de nieuwe assistent van Allard?’

‘Het lijkt alsof we er allemaal zijn. Laten we beginnen.’ De vrouw die in het bestuur zit is wat ouder en begint grijze strengen in haar haren te krijgen. ‘Zoals jullie weten gaat het niet goed met de kunstverkoop op dit moment. De markt loopt niet lekker in Europa en de bezoekersaantallen in de galerijen lopen terug. Allard, jij overziet de Europese markt. Wat kan je hierover vertellen?’ Je kijkt voorzichtig naar Allard wanneer je hem knarsetandend ziet piekeren. Onder de tafel geef je hem een kneepje van vertrouwen in zijn hand. Allard ontspant direct en haalt diep adem. ‘De markt is niet alleen slecht in Europa. In de hele wereld zijn dalende cijfers te zien. Ik zal ervoor zorgen dat onze buitenlandse galerijen snel weer volledig operationeel zijn.’ Hij kijkt je aan en knijpt zachtjes terug in je hand. ‘Mijn ouders hebben dit bedrijf opgericht om als eerste iets goeds te doen voor de maatschappij. Onze eerste prioriteit is liefdadigheid.’ Hij wordt onderbroken door een andere bestuurder. ‘Je ouders zijn er niet meer Allard. We moeten ons hoofd boven water houden waardoor er soms moeilijke beslissingen gemaakt moeten worden.’

‘Wat stel je voor Frank?’ zegt de oudere dame. ‘Als Falck B.V. het hoofd niet boven water kan houden, kunnen we het bedrijf verkopen nu het nog goede cijfers kan tonen.’ Allard knijpt ondertussen je hand bijna fijn van boosheid. Je staat op. ‘Eigenlijk, als ik even mag… Onze cijfers laten een daling zien. Echter de voorspellingen zijn dat de markt sterker terugkomt als voorheen.’ Frank vraagt; ‘Heb je hiervoor de data die je kunt aanleveren?’ Je bent zelfverzekerd en zegt: ‘Natuurlijk. Ik doe de cijfers bij het rapport. Jullie hebben deze aan het eind van de dag. Ondertussen zullen we ook een plan aanleveren om tot die tijd de verliezen zoveel mogelijk te beperken.’ Allard kijkt je met een lach aan. Je schraapt je keel, je bent nog niet klaar. ‘De markt is nu niet goed, maar er zijn zeker stappen die we kunnen zetten om de gevolgen te minimaliseren.’

‘Dat klinkt acceptabel. We zien je rapport graag tegemoet.’ De dame kijkt de tafel rond en knikt. Nadat ze heeft gevraagd of er nog andere punten zijn, waren er nog wat ditjes en datjes wat is besproken. De bestuurders verlaten één voor één de vergaderzaal. Allard kijkt je aan, onder de indruk. Jullie hebben je handen nog steeds verstrengeld. ‘Je houdt jezelf graag bezig, is het niet?’ Je lacht wat verlegen. ‘Kom mee, ik wil je in mijn kantoor spreken.’

 

Eenmaal binnen wil je beginnen met je te verontschuldigen. ‘Het spijt me meneer F..’ Je kan je zin niet afmaken, Allard staat te dichtbij. Hij drukt je tegen de deur en zijn lippen raken de jouwe. Zijn lippen zijn licht, zacht en opeens verlang je naar meer. Hij neemt snel weer afstand en lacht. Zo’n lach heb je bij hem nog nooit gezien. Die mag hij vaker laten zien. Wat is hij knap..

‘Je was fantastisch daarbinnen. Ik had de moed al opgegeven. Ik wist dat ze wilden verkopen en met mijn verminderd zicht kan ik niet de bestuurder zijn die ik graag had willen zijn. En je hoeft je niet te verontschuldigen. Dat moet ik doen.’ Hij neemt je nek in zijn handen en streelt wat naar boven, over je kaak naar je wangen. Je hart bonst in je borstkas. ‘Je zult wel denken, hoe heeft hij dit kunnen verbergen voor iedereen?’ Zijn duim gaat langzaam over je lippen. Je zucht. ‘Dat zou ik inderdaad willen weten. Maar mag dit later vandaag, ik wil dat je me zoent.’ Hij geeft je nog zo’n prachtige lach en zoent je dit keer vol op je mond. Je lippen gaan langzaam open zodat je zijn tong al snel over je lippen voelt strelen. Jullie tongen raken verstrengeld. De hitte schiet van je tepels naar je binnenste, je wangen worden rood van opwinding. Je vouwt je armen om zijn nek zodat je jezelf tegen hem aandrukt. Hij leidt je naar zijn bureau zonder de kus te verbreken. In één beweging maakt hij plaats voor jou op zijn bureau. Ook al weet je dat hij niet kan zien, hij kijkt je aan alsof hij je kan verslinden. ‘Je bent prachtig Elise.’ Ondertussen heeft hij zijn handen op je gezicht en is hij centimeter voor centimeter aan het voelen. ‘Ik kan het niet zien, maar ik kan het voelen. Ik merk het ook aan de reacties van de mannen in het gebouw.’ Nog voordat je kunt reageren voel je zijn lippen weer op die van jou. Zijn hand gaat langzaam van je wang naar je nek, van je schouder naar je flank en vanuit daar langs je heupen naar je dijbeen. Hij duwt je been om zijn heup heen. Je lichaam staat in vuur en vlam. ‘En je bent een stoute meid geweest om toch naar werk te komen vanmorgen. Vooral omdat ik je had weggestuurd.’ Hij geeft kusjes tussen zijn woorden door. ‘Ik – kus – hou – kus – niet – kus – van – kus – ongehoorzaamheid.’ Hij is bij je borst belandt en bijt door je blouse heen in je tepel. Je kreunt van verlangen. ‘Weet je wat er gebeurt met stoute vrouwen?’ Hij bijt nu in je andere tepel. Hij komt boven je hangen en kijkt je aan. Buiten adem zeg je: ‘Wat gebeurt er met ze?’ Hij grijnst en zoent je meteen. De kus is veel te snel voorbij. Hij fluistert in je oor. ‘Ze worden gestraft…’ Je lichaam reageert hier meteen op. Je merkt nu pas dat hij je handen boven je hoofd vastheeft. Je hart ploft uit je borst. Het is alleen niet van spanning of angst. Je bent verdorie opgewonden. En niet zo’n beetje ook. Allard geeft je wang, je nek en je borst allemaal kleine, korte kusjes. Hij komt wat omhoog zodat jullie elkaar kunnen aankijken. Zijn blik donker en mysterieus. ‘Hoe zal ik jou eens straffen..’ Zijn hand maakt je bovenste knoopje open. Tergend langzaam gaat knoopje 2 open. Je blouse valt open zodat je borsten eruit vallen. Zijn hand maakt nu knoopje 3 open, en langzaam gaat hij verder naar beneden. Nu je blouse helemaal open is gevallen gaat hij met één vinger van het kuiltje in je hals naar beneden. Hij wrijft over je ene tepel om daarna naar je andere tepel te gaan. ‘Ik kan je billen hard aanpakken… of misschien wil je wel vastgebonden worden..’ Jouw hand gaat van zijn schouders naar zijn borst om vervolgens over zijn buik te strelen. Je voelt zijn spieren door zijn blouse heen. Je weet niet wat je overkomt, maar je raakt opgewonden hoe hij tegen je praat. Ondertussen knijpt hij in je tepel. Je lichaam reageert meteen. Je duwt je borst omhoog om zijn hand tegemoet te komen. Je bent warm, van je wangen tot aan je tenen. ‘Hmm, mijn katje vindt het niet erg als ik haar straf..’ Zijn lippen raken jouw lippen opnieuw, de meest innige zoen die je ooit hebt gehad. Je smelt, je bent helemaal van hem. Allard neemt met een grom afstand. ‘Als we nu niet stoppen, sta ik niet in voor mezelf Elise.’ Hij kijkt je bedroeft aan. Jij gromt ook. Je lichaam en hart zeggen het één. Je verstand zegt het ander. Toch probeer je hem op andere gedachte te brengen. ‘Misschien vind ik dat helemaal niet zo erg..’ Hij likt zijn lippen en je ziet hem twijfelen. ‘Geduld katje..’ Hij reikt naar je blouse om de knoopjes weer dicht te doen. Zijn vingers zijn niet opgewassen tegen de knoopjes. Je pakt zijn handen en trekt jezelf van zijn bureau. De knoopjes heb je zo dicht. Je kijkt hem aan. ‘Dus ik mag vandaag blijven?’ Je knippert met je ogen, ook al zal hij dat niet zien. Hij lacht hard. ‘Ja, je mag blijven. Neem de laptop mee. We gaan naar Parijs.’

‘Parijs!?’