Ik was nummer 4 deze maand. Zijn 4e assistent om precies te zijn. HR gaf aan dat meneer Jongstra een kordate, stipte man is die geen fouten tolereert. Het leek me een leuke baan en het maakte me niet zoveel uit wie mij opdrachten gaf. Ik heb veel ervaring, dat komt wel goed. Dacht ik..

 

Mijn eerste ochtend, om stipt 8 uur meldde ik me bij HR op de 3e verdieping nadat ik een pas bij de receptie had ontvangen. HR leidde me naar de 5e verdieping, waar ik naar een helder verlicht kantoortje naast die van Meneer Jongstra werd geleid. Suzan legde me snel uit hoe alles werkte waarna ze me vreemd aankeek. Bezorgd bijna. Ze zuchtte en klopte me geruststellend op mijn schouders. ‘Succes’ zei ze. Dat was raar. Ik glimlachte naar haar en zwaaide. Zo erg kan het niet zijn.

Ik klopte rond kwart over 8 op de deur van meneer Jongstra om hem een kop koffie aan te bieden en wat ik voor hem kon betekenen. ‘Binnen!’ Ik zette mijn beste glimlach op en stapte naar binnen. ‘Koffie meneer Jongstra?’ Met de telefoon aan zijn oor draaide hij zich om in zijn stoel. Halleluja. Ik dacht aan een man van 60+, waarom noemen ze je anders ‘meneer’. Er zat geen 60 plusser in de stoel, maar een jonge god van mijn leeftijd. Iets ouder misschien. Zijn ogen drongen door tot die van mij. Zijn haar zat wat wild, maar jezus dit zou verboden moeten zijn op de werkvloer. ‘Ja, ik zie je rapport voor 12 uur.’ Zonder gedag te zeggen hing hij de telefoon op.

Ik stak mijn hand uit om hem te begroeten. Hij keek vluchtig naar mijn hand waarna hij zijn hand ook uitstak. ‘Mijn naam is Dominique Donkers, ik ben uw nieuwe assistent. Kan ik wat drinken voor u halen?’ Hij keek naar zijn koffie naast zijn laptop en zei: ‘U kunt de mails in de mailbox beantwoorden mevrouw Donkers. Als meneer Veenstra belt, wilt u hem dan doorverbinden?’ Ik was een beetje beduusd over zijn koude toon. Ik knikte en liep terug naar de deur. ‘De deur gaat altijd dicht, mevrouw Donkers.’ Ik keek om en zag dat hij alweer in zijn laptop zat te kijken. Ik deed de deur met een zachte klik dicht.

Ik pakte voor mezelf een kop thee en ging met de mailbox aan de slag. Daar zaten tientallen mails in waar ik de hele ochtend mee bezig was. Mijn telefoon ging rond 11 uur over. Ik pakte op en vergat de naam van het bedrijf waarvoor ik werkte. Stom stom! ‘Met het kantoor van meneer Jongstra’ zei ik toen maar. ‘Ja, mevrouw. Mijn naam is Jan Veentra. Ik had een telefonische afspraak.’ ‘Goedemorgen meneer Veenstra. Dat klopt, ik verbind  u direct door. Fijne dag verder!’ Ik drukte op een aantal toetsen en meneer Jongstra nam op. ‘Ja.’ ‘Ik heb meneer Veenstra voor u.’ ‘Verbind maar door.’ Ik hing op en verbaasde me nog steeds over hoe koud meneer Jongstra was. Na 10 minuten trok hij de deur open en kwam boos naar mijn bureau lopen. Zijn vingers wreven over zijn oor. ‘Wil je nooit meer je hoorn erop gooien als je doorverbindt? Je hebt daar een mooie rode knop zitten. Druk die voortaan in, wil je.’ Hij wachtte niet op antwoord en liep meteen weer weg. Voordat hij zijn deur dichtsmeet riep hij nog: ‘Een zwarte koffie graag.’ BAM!

Ik zuchtte, dit werd een uitdaging. Maar, zoals iedere uitdaging pakte ik ook deze koe bij de hoorns. Ik ben niet zover gekomen om deze man mij van mijn stuk te laten brengen.

Meneer Jongstra mailde mij met wat stukken van meneer Veenstra alsmede wat afspraakverzoeken voor zijn agenda. Vijftien minuten voor zijn middagafspraak klopte ik op zijn deur. ‘Binnen!’ Hij was druk aan het typen op zijn laptop toen ik vroeg: ‘Kan ik nog iets doen voor uw afspraak zometeen?’

‘Nee mevrouw Donkers. Na mijn afspraak zit ik graag even met u om de dag van morgen door te nemen. Ik zou het fijn vinden als u het account van meneer Veenstra verder uitwerkt. Ik ga ervan uit dat dit geen probleem is?’ ‘Natuurlijk, meneer Jongstra.’

Een uur verder belde mijn beste vriendin me op mijn mobiel. Meneer Jongstra was nog niet terug, tijd voor een korte pauze. Ik vertelde haar over mijn nieuwe baan en meneer Klootzak van een baas. Wendy is al sinds de middelbare school mijn beste vriendin. Ik kan zo om haar lachen, zij geeft me altijd energie voor 10. 15 minuten verder lachte ik zo om haar grapje dat ik niet in de gaten had dat meneer Jongstra in de deuropening stond. Hij kuchte luid waarna ik hem zag staan. Ik stak mijn vinger op dat hij even moest wachten en zei tegen Wendy dat mijn pauze erop zat en ik moest gaan. We namen afscheid waarna ik ophing. ‘Goedemiddag meneer Jongstra, zal ik meteen met u meelopen voor onze meeting?’ Hij keek me boos aan en liep toen door naar zijn eigen kantoor. Omdat de deur openbleef ging ik er maar vanuit dat ik achter hem moest aanlopen. Met mijn laptop en een kladblok in mijn handen liep ik naar zijn kantoor en ging tegenover hem in de stoel zitten.

‘De deur, mevrouw Donkers.’ gromde hij. Zijn toon stond me niet aan en ik weet niet of ik het wel veilig genoeg vond met de deur dicht. Ik keek hem wantrouwend aan maar hij vertrok geen spier. Eigenlijk kon ik niets van zijn gezicht aflezen, behalve dan dat hij waarschijnlijk altijd een resting jerk face had.  Ik liep naar de deur en deed deze dicht.

Eenmaal terug in de stoel zei hij boos: ‘Privébellen doen we na werktijd, mevrouw Donkers.’ Hij wilde doorgaan met zijn verhaal maar ik hield mijn hand op. Hij keek met een wenkbrauw omhoog naar mijn hand. ‘Ik heb 10 minuten pauze in de ochtend, en 10 minuten in de middag. Ik probeer deze te plannen zodra u weg bent. Dat was vanmiddag het geval. Als u het daar niet mee eens bent, dan kunt u dit bij HR aangeven meneer Jongstra.’ Ik keek hem met een opgetrokken wenkbrauw terug aan. Meneer Klootzak kan me de pot op. Hij was duidelijk niet gewend aan tegenspraak en was al helemaal niet blij dat ik zijn wens niet tegemoetkwam. Hij stond boos op en schreeuwde bijna. ‘Als je mijn regels niet kunt naleven mevrouw Donkers, dan kan je gaan.’ Ik vouwde mijn armen in elkaar en rustte achterover, tegen de leuning van de stoel aan. Op een zachte toon zei ik: ‘Weet u zeker dat u nog een assistente wil inwerken, of zullen we kijken of we dit kunnen laten werken?’ Ik gebaarde tussen hem en mij. Mijn rustgevende houding deed hem blijkbaar niet goed want nu schreeuwde hij echt: ‘Wegwezen!’

Ik zuchtte en liep met mijn spullen weer naar buiten. Ook ik was boos, dit liet ik alleen niet zien. De enige manier waarop hij wist dat ook ik niet blij was, was het feit dat ik zijn deur achter me dicht gooide.

Ik verzamelde mijn spullen bij mijn bureau en liep naar HR. Suzan zei: ‘Oh nee he.. niet weer.’

Ze schudde haar hoofd en nam met een geruststellende glimlach mijn laptop en spullen aan. ‘Het spijt me Dominique. Hij kan geen assistent behouden, wij weten het ook niet meer..’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Mocht er nog iemand zijn die een assistent kan gebruiken, dan hoor ik het graag. Het werk heb ik nodig en een uitzendbureau doe ik liever niet.’ Ze dacht even na. ‘Misschien is er nog wel een plekje vrij. Ik bel je morgen oké!?’ Ik lachte naar haar en zei: ‘Dank je wel Suzan! Fijne avond nog.’ We zwaaiden naar elkaar en voor ik het wist liep ik de deur van het pand uit. Ik keek nog even naar boven, waar ik vandaag de hele dag had gezeten. Daar zag ik nu meneer Klootzak staan. Zijn ogen boorden in die van mij. Zijn haar nog meer in de war dan aan het begin van de dag. Zijn blik verraadde niets. Dat zo’n knappe man zo’n eikel kan zijn.

 

De volgende ochtend belde Suzan mij en ze zei enthousiast dat ik meteen mocht komen. Een andere assistente zou voor meneer Jongstra gaan werken, ik mocht haar plek innemen. Joepie! Ik kleedde me meteen aan en stapte in mijn auto.

Het witte kleine Fiatje 500 paste perfect bij mij. Ik kon prima parkeren, maar een kleine auto was toch veel makkelijker in de grote stad!? Ik parkeerde hem in de garage onder het gebouw en liep, net zoals gisteren, naar de receptie waar weer een pas voor mij klaarlag.

Ik drukte op de knop van de lift om weer naar de 3e etage te gaan toen meneer Jongstra aan kwam lopen. Ik drukte snel op de ‘dicht’ knop. De deuren sloten zich. Ze waren bijna dicht toen zijn hand ertussen stak. Shit! Hij drukte op de knop met een 5 erop en keek recht voor zich uit. De stilte was oorverdovend. ‘Ik dacht dat ik u had ontslagen?’ Ik keek hem aan. Nog steeds keek hij richting de gesloten deuren van de lift. ‘Dat klopt.’ zei ik. Ik gunde meneer Klootzak 0,0 informatie. Niks, nada, noppes. Ondanks dat ik de man haatte werd het warm in de lift. Te warm. Er ontsnapte hem een ontevreden grom. ‘Wat doet u hier?’ siste hij. ‘Dat mag je met HR bespreken.’ Hij keek mij nu aan. Ik keek hem aan. Ik was niet bang voor hem, hij kon me wat. De spanning was om te snijden. De hitte werd me bijna te veel. Ik vond hem zowel een klootzak als een ontzettend lekker ding. Twee uitersten in één pakketje. PING! Zo snel als ik kon glipte ik de lift uit, op weg naar HR. Suzan begroette me met een lach. ´Ahhh, je bent er! Fijn! Kom mee, ik laat je je nieuwe werkplek zien.´

Ik liep met haar naar de tweede verdieping. ´Yvonne was zo vriendelijk om meneer Jongstra te assisteren. Dit wordt jouw plek. Je gaat werken voor Mark Maas. Zijn kantoor is daar. Ik heb Yvonne ruimte in zijn agenda laten maken zodat jullie om half 10 kennis kunnen maken.´ Ze keek naar de deur van zijn kantoor. Ze glimlachte en fluisterde ´Hij is een stuk relaxter dan meneer Jongstra.´ Ze knipoogde en liep van de afdeling af. Ik ging met een zucht zitten. Ik zette alles klaar en ik zag dat het al half 10 was. Ik klopte op Marks deur en hij deed zijn deur zelf open. ´Ah, ik begreep van Yvon dat jij haar plek zou gaan innemen. Dominique toch?’ Ik schudde zijn uitgestoken hand. ‘Inderdaad meneer Maas.’ Een man van middelbare leeftijd, ietwat gezet en al kalend, leidde me naar een stoel aan de andere kant van zijn bureau. ‘Zeg maar Mark.’ zei hij terwijl hij ging zitten achter zijn bureau. Mark liet me weten waarmee hij bezig was en waar hij mijn hulp voor nodig had. Nog voor 12 uur had ik al zijn mails behandeld en had ik zijn agenda bijgewerkt. Rond twee uur was ik bezig met alles scannen, voordat ik de papieren in het archief opborg. Ik zat nog geen twee tellen terug op mijn stoel toen Yvonne met een beduusd gezicht kwam aanlopen. Ze plofte naast mijn werkplek en barstte in huilen uit. Ze zei dat het geen gezonde werkplek was en dat ze dat niet wilde. Marks deur ging open van alle heisa die zich buiten zijn deur afspeelde. Ook Suzan kwam aanlopen en klopte haar op haar schouder. Mark nam niet eens de moeite om Suzan apart te nemen. Hij zei stellig ‘Het spijt me Suzan, maar regel het maar met die botte hark. Yvon mag hier blijven.’ Hij keek me begripvol aan. ‘Niets persoonlijks Dominique. Je hebt het heel goed gedaan vandaag.’ Al knikkend naar hem stond ik op om mijn spullen bij elkaar te rapen. Voor de tweede keer in twee dagen.

Suzan wachtte op me en haakte haar arm in die van mij onderweg naar de 3e verdieping.
Ik plofte in een fauteuil op haar kamer en beiden zuchtten we. ‘Sorry Dominique. Ik mag je graag. Had gehoopt dat dit iets werd. Het spijt me…’ ‘Het geeft niet Suzan. Ik weet dat je je best hebt gedaan.’ Ik stond op om mijn frustratie de ruimte te geven. ‘Iemand moet meneer Klootzak eens de waarheid vertellen. 5 assistenten in een week is toch niet normaal!?’ Ik zag niet dat Suzan me een signaal gaf. Met haar vingers deed ze een onzichtbare rits dicht over haar mond. Alleen was ik in mijn element, aan het ventileren over De knappe klootzak. Ik zag haar gebaar dus niet en ging door met mijn tirade. ‘Als eendjes niet kunnen zwemmen ligt het aan het water zeker? Is er nou niemand die Meneer Klootzak eens de waarheid heeft verteld?’

Mee dat ik me omdraaide om de andere kant uit te ijsberen zag ik hem staan. In de deuropening. Meneer Klootzak. Mijn mond klapte in één keer dicht, mijn wangen liepen rood aan. Hij stond daar met zijn armen over elkaar. Zijn gezicht als een leeg canvas. Niet boos, niet chagrijnig. Leeg. Alleen zijn ogen. Die boorden in die van mij. Ik voelde me naakt, bekeken. Toch liet ik me niet van de wijs brengen en vouwde mijn armen ook over elkaar. Zijn lichaamstaal evenarend. Ik zette mijn meest mooie lach op en zei: ‘Weer in de markt voor een assistent?’ Mijn wenkbrauw optrekkend, alsof hem dat wat zou moeten doen. Hij wees me aan en zei: ‘Jij, meekomen.’

Hij liep al weg toen Suzan me verbaasd maar geamuseerd aankeek. Ze hield haar duimen omhoog en zei in stilte ‘Succes!’

 

Wat een kutwijf! Een lekkere kutwijf, maar wat een kutwijf! Wie denkt ze wel niet dat ze is? Zei ze nou “Meneer Klootzak”? Ik moest lachen om haar woorden op weg naar de lift. Een van de mooiste vrouwen die ik heb gezien meldde zich gisteren bij mij als mijn assistente. Ik was al niet flexibel, maar bij een vrouw zoals zij kan ik niet in de buurt zijn. Laat staan ademen. Haar parfum maakte me gek iedere keer wanneer ze dichtbij was. Maar ze was goed in wat ze deed, dat kon ik niet ontkennen. Ze was de enige tot nu toe die me op mijn plek zette en zei dat ze recht heeft op haar 10 minuten pauze. Die verdorie haar hand in de lucht stak dat ik even moest wachten totdat ze uitgebeld was! De durf! Pauze houden doet ze maar na haar werkdag verdomme. Al wist ik natuurlijk dat dit onzin was. Maar iedere assistente tot nu toe, hoe kort in dienst ook, had me nog nooit tegengesproken. Tot mevrouw Donkers. Ik kon er vannacht niet van slapen. Ze was overal. Haar luchtje bleef nog te lang hangen in mijn kantoor, haar verschijning heeft me nog tot diep in de nacht gemarteld. En dan noemt ze me meneer Klootzak bij HR. Kutwijf! Maar, ze had een punt. Ik was onuitstaanbaar tegen Yvonne geweest, of tegen alle andere assistenten in de paar weken sinds ik terug ben van New York. Het tempo van New York beviel me. Een harde wereld waar je kop rolde als je één fout maakte. De beste van de beste moest je zijn. Die mentaliteit is hier in Nederland niet, al verwachtte ik dit wel van mezelf EN mijn assistente. Was dit écht onrealistisch? Misschien moest ik het anders aanpakken. Ik had iemand nodig en aangezien mevrouw Kutwijf niet wilde opgeven, kon ik dit net zo goed in mijn voordeel gebruiken. Ze is bij deze weer aangenomen en ik zou moeten omgaan met haar vrouwelijkheid. Kom op Ronald, dat kan je sukkel. Ik stond op haar te wachten in de lift, en daar kwam ze aanlopen. Haar haren wapperden over haar schouders zoals in een shampoo reclame. Oh God, wat doe ik mezelf aan..

 

Meneer Klootzak stond al in de lift toen ik met flinke pas aan kwam lopen. Hij drukte met enig geweld op de knop met nr 5 erop en de lift kwam al snel in beweging. In een snelle beweging drukte hij op de stop knop en deze kwam met een kraak tot stilstand. Een sprankeltje paniek kwam in me op, mijn hartslag versprong. Meneer Klootzaak kwam pas voor pas op me aflopen. ‘Meneer Klootzak hè?’ Hij kwam steeds dichterbij. Zijn geurtje bedwelmde me. Houtachtig maar fris. Ik was te eigenwijs om mijn paniek te laten zien. Ik keek hem recht in zijn ogen, klaar om in de aanval te gaan. ‘Wat ga je daaraan doen?’ Die vraag verraste me. Hij stond nu dichtbij me. Te dichtbij. Zijn armen kwamen naast mijn hoofd, zijn handen tegen de wand van de lift. Zijn voorhoofd bijna tegen die van mij. ‘Als ik Meneer Klootzak ben, waarom wil je dan voor mij werken?’ Hij was te dichtbij, hij was te mannelijk. Te knap, te bot. Mijn hoofd zat vol tegenstellingen, wat deed ik hier? Warm, wat was het warm. Onze ademhaling ging sneller en sneller, totdat de spanning te hoog werd. Zijn ogen waren zwart, was dit van hetzelfde verlangen als dat ik voelde? Verdorie, wat deed ik hier? Hij is mijn baas, maar hij is te dichtbij. Ik kon niet helder nadenken. Toen verloor ik mezelf en zoende hem. Mijn hemel wat smaakte hij lekker. Hij gromde luid, likte mijn onderlip en beet erin. Mijn beurt om een kreun te laten. Hij pakte mijn been en vouwde deze om zijn heup. Zijn hitte wreef over mijn buik. Ik voelde hoe hard hij was. Zijn hand vouwde zich om mijn borst, zijn duim wreef over mijn tepel. Die werd meteen hard en hij keek ernaar. Hij leek net zo de weg kwijt als ik. ‘Wat doe je met me?’ Hij keek me aan en zoende me opnieuw. Vuur, dat is hoe ik het kan omschrijven. Hij pakte mijn haren in zijn vuist en trok mijn hoofd achterover. Hij zoende mijn nek, kuste mijn wangen om daarna mijn mond te veroveren. Niet veel later kwam er een stem uit de speaker van de lift. ‘Er is een foutmelding vanuit deze lift. Kan ik helpen?’ Op dat moment rukte hij zich van me los. Hij strompelde achteruit, buiten adem net zoals ik. Zijn handen gingen door zijn al slordige bos haar alsof hij gek werd. Mijn hand ging naar mijn hart waar ik probeerde weer bij zinnen te komen. ‘Alles is prima, ik drukte per ongeluk op de verkeerde knop.’ De lift kwam op dat moment weer in beweging. PING.

De deuren gingen open waarna hij voorop liep naar zijn kantoor. Ik liep achter hem aan. Hij knikte naar mijn werkplek en ging snel zijn kantoor binnen. De deur klikte achter hem dicht en ik ging verbijsterd achter mijn bureau zitten. Kom op Do, laat je niet van de wijs brengen. Je kunt dit, ook met een knappe Klootzak als baas.