BAM! Die deur zit dicht. Dat komt er nou van wanneer je iets goed probeert te doen. De wind waait je haar in je gezicht en je blaast het met je mond boos terug omhoog. Je baas waarschuwen dat er niet volgens de juiste AVG richtlijnen gewerkt wordt, nam hij je niet in dank af. Klantgegevens hadden zomaar op straat kunnen liggen. Die hufter had het… SPLASH! Het busje wat zojuist voorbij reed? Die plas daar aan de zijkant van de straat? Ja, hoor! Dit kan er ook nog wel bij! Met je sokken al soppend in je schoenen loop je naar huis. Waar je haar eerst door de wind in je gezicht waaide, zit het nu op je gezicht geplakt. Topdag gewoon.

Je bent er bijna, nog 1 bocht te gaan. De koude druppel die net nog boven je wenkbrauw bleef hangen rolt nu via je binnen ooghoek je oog in. Wanneer je met je handen in je ogen wrijf, wat je makeup trouwens niet ten goede doet, bots je tegen een man aan. Hij blijft aan je plakken vanwege de natte kleding en je bent even aan het stoeien voordat hij van je loskomt.
Als je dit tafereel van een afstandje zou bekijken zou je er smakelijk om lachen. Alleen sta je niet op een afstandje. Je stond tegen hem aangeplakt. Door de vastgeplakte slierten haren heen zie je een knappe man. Zijn dure pak nu ook nat. “Gatver!” Al wrijvend over zijn blazer kijkt hij je boos aan. ‘Kijk uit waar je loopt verdomme!’ Al vloekend loopt de man door. De wind zet aan, de rillingen lopen over je hele lichaam. Binnen een minuut valt je voordeur in het slot en staat de douche op je te wachten. Wanneer de stoom je tegemoet komt stap je onder de warme stralen, die je lichaam weer warm maken. Met je ogen dicht denk je aan hoe de dag is gegaan. Je lichaam wordt weer warm. Maar wordt die warm door het water, of door de knappe man waar je tegenaan bent gebotst?

Wat nu? Zonder werk, straks kan je de huur en het eten niet meer betalen. Je opent de laptop en gaat zoeken naar een leuke baan. Na een aantal uren druk zoeken zie je een leuke vacature. Een management assistente met ervaring in kunst. Met name schilderijen en ze zoeken specifiek naar iemand met ervaring in restauratie. Restauratie en assistente, dat is een aparte combinatie. Ga je reageren? Je interesse is gewekt al weet je niet of je nog terug wil naar kunstrestauratie. Een ambacht die niet veel meer wordt uitgevoerd, maar de wereld van kunst is geen fijne wereld. Helaas weet je er alles van…

Nog dezelfde dag ontvang je een mail met een uitnodiging voor een gesprek. Het is in de avond, vlak bij jou. Wat? Vanavond al? Je kijkt op de klok, het is nu 4 uur. Shit!
Eenmaal gegeten trek je een comfortabele maar mooie outfit aan. Het is nét na 7 uur, tijd om te gaan.
Het licht van de lantaarnpalen verlichten de straat net genoeg om te zien waar je loopt. Het motorgeluid van de auto’s doorbreken de stilte van de avond. Je staat voor het pand waar je volgens de e-mail moet zijn. Je kijkt naar de enorme voorgevel. Een prachtig staaltje architectuur waarin allerlei historie van Nederland zit verscholen. De letters Falck B.V. sieren de entree. Je loopt rustig naar de receptie. Voordat je jezelf kan voorstellen lacht een blonde dame met een moderne boblijn naar je en zegt: ‘Mevrouw von Amsberg?’ Je knikt met je hoofd en ze steekt van wal. ‘Wat leuk dat u er bent!’ Ze gaat zachter praten en fluistert: ‘Ik wens u veel succes zometeen met uw gesprek. Er zijn er vandaag al een aantal op gesprek geweest, maar ze zijn nog net niet huilend naar buiten gerend. Weet u, meneer Falck kan soms wat nors overkomen, maar men zegt dat hij ook heel aardig kan zijn. Ik hoop heel erg dat u een goede indruk maakt, want eerlijk gezegd….’ Je geeft haar met een blik vertrouwen om door te praten. ‘We kunnen u hier gebruiken mevrouw Von Amsberg. Hij is niet te genieten… En dan die arme Fred. Zet hem op!’ Dat klinkt niet best. Je herstelt je snel van het vervelende onderbuikgevoel en zegt tegen haar: ‘Zeg maar Elise en ik ga mijn best doen!’ Met een knipoog loop je naar de lift waarnaar ze wijst. Terwijl je wacht tot de lift dat eind naar beneden komt, hoor je 2 personen praten. Ze hebben het over de onuitstaanbare meneer Falck en dat één van de twee het heeft verkloot. ‘Fuck Michiel. De ruimte was te klein voor zijn tirade. Waarom had je de presentatie niet af?’ ‘Ik dacht dat ik voldoende informatie erin had verwerkt. Hoeveel info wil hij hebben?’ ‘Je weet dat hij een haai is als het op data komt. Je hebt het verkloot Michiel.’ De twee verdwijnen wanneer ze in de gaten hebben dat je hen kan horen.

PING! De deuren gaan open en je drukt op nummer 32. De bovenste verdieping. De deuren glijden dicht, maar op het laatste moment wordt er een hand door de deuren gewrongen. De deuren glijden weer open. Terwijl je ogen de ogen van de vreemdeling ontmoeten krijg je de rillingen vanaf je tenen tot aan je kruin. ‘Ah, mevrouwtje ik let niet op en bots tegen vreemden aan.. met natte kleding.’ Hij gaat naast je staan en neemt zonder iets te zeggen alle zuurstof in de ruimte op. Je adem stokt, je lichaam wordt klam. Je bent blij dat je jouw hand stevig aan de railing kan vastpakken. Zijn pak zit strak om zijn spieren, welke niet passen bij zijn ijzige blik. Hij praat zonder zijn hoofd te draaien. ‘Wat moet jij hier, katje?’ ‘Katje?’ ‘Zoals een verzopen katje.’ Hij lacht om zijn eigen bedachte bijnaam. Je bent hem geen antwoord verschuldigd, maar je kan het niet laten. ‘En wie mag jij dan wel niet zijn Grumpy? Je 6 broers missen je.’ Hoe knap hij ook is, zijn houding maakt hem totaal onaantrekkelijk. Hij kijkt je aan, zijn ogen kijken dwars door je heen. Je vertikt het om weg te kijken. Hij kan de pot op! Als hij niet zo ijzig was, zou hij knap zijn. Oneerlijk knap. Je ziet zijn mond. Is hij aan het grijnzen? ‘Ben jij de nieuwe schoonmaakster?’ Schoonmaakster? Wat een… ‘Je bent een eikel, weet je dat?’ Hij wil al grijnzend een antwoord geven maar…

Opeens horen we een knal en een sissend geluid. De lift staat stil en de verlichting is uitgegaan. De paar seconden dat het helemaal donker in de lift was leken wel minuten. ‘Je ijzige houding heeft zelfs de lift doen laten stilvallen. Bedankt.’ Zeg je met een vleugje humor. Hij kan er alles behalve om lachen en bromt een afkeurende klank. Er gaat een zachte lamp aan vanuit het bedieningspaneel. Je kunt nu wat contouren zien, maar het is niet veel. Beter dan de zwarte, kille stilte als wat het eerst was. Opeens komt er een stem door de intercom: ‘Excuses, door nog onbekende oorzaak is de stroom uitgevallen. De brandweer is gebeld, hulp is onderweg.’ ‘Kan de beveiliging niets doen?’ Vraagt hij. ‘Helaas meneer. Normaal zou de lift naar de volgende verdieping moeten waarbij de deuren open gaan, maar om onbekende reden blijft de lift hangen. Heb even geduld, hulp komt eraan.’ Dan wordt het weer stil. Nog steeds heb je moeite met ademhalen, maar nu is niet hij de oorzaak. Je onderdrukt een paniekaanval en bedenkt je: hulp is onderweg… het komt wel goed Elise.. Hij gromt wat en zegt ‘De lift is stuk.’ ‘Joh, het bedrijf moet vast in de buidel tasten voor jouw deductieve redenering..’
Je vermoedt dat hij niet al te vrolijk is en zegt: ‘Laten we een spel spelen tot ze ons komen halen. Het heet ‘the silent game’, deal?’ Ik hou het kort en zeg ‘Deal.’

Vast in een lift met de grootste klootzak op aarde. Je bent veel te laat voor je afspraak. Je dacht dat eergisteren een rotdag was. Shit..

Je hoort opeens klassieke muziek door het luidsprekertje van de lift. Je herkent de melodie. ‘Het voorspelt niet veel goeds als ze “Marche Funèbre” spelen.’ Hij kijkt je aan alsof hij je onder een microscoop bekijkt. Althans, zo komt de volgende zin zijn mond uit. ‘Zozo, u herkent Chopin mevrouw?’ Ik kuch en zeg: ‘Excuses, ik vergat onze deal. The Silent game.’ Het is weer even stil. ‘Is dat Gorgeous Gardenia?’ Hij komt dichterbij, zijn mannelijkheid, zijn geur, zijn alles verstikt je. ‘Je ruikt te sterk.’ Je rolt met je ogen en zegt niks. Het zal je aan je aars jeuken wat hij vindt of denkt. ‘Wat kom je hier eigenlijk doen?’ Je ogen op hem gericht, kijkend naar zijn contouren. Hij ziet er goddelijk uit, jammer van zijn nare innerlijk. ‘Ik kom hier voor een gesprek met meneer Falck.’ Hij kijkt me aan, al zie ik zijn uitdrukking niet. ‘Aha’ en je ziet een witte glinstering van zijn gebit. De manier waarop hij naar je lacht, je krijgt er de rillingen van. Nu weet je alleen niet zo goed of het van irritatie komt, of toch van een raar soort vlindertje in je buik. ‘En wat heb je gehoord over Allard Falck?’ ‘Ik heb gelezen dat hij bij defensie heeft gezeten, hij heeft de kunst van zijn ouders tentoongesteld en het imperium  verder opgebouwd. Hij heeft hulp nodig bij een speciaal kunst gerelateerd project.’ ‘Hmm, en jij bent de aangewezen persoon om hem daarbij te ondersteunen?’ Ik hoor minachting in die verklaring. ‘Als hij een beetje verstand heeft, dan kiest hij mij.’ Je vouwt je handen voor je borst om een punt te maken. Op dat moment gromt de lift en begint weer te stijgen. Een zucht van opluchting vult de ruimte. PING! De deuren glijden langzaam open en de knop licht op dat je op verdieping 32 bent. In plaats van dat Grumpy meteen de kleine ruimte verlaat, leunt hij bijna tegen je aan. ‘Succes katje.’ Zijn lippen vlakbij je oor, zijn adem strookt over je wangen. Zijn mannelijke, heerlijke geur vult je neusgaten. De benauwdheid overkomt je weer en dit keer fladdert het vlindertje in je buik vrolijk rond. Af vlinder! Niet deze kerel. Zonder nog een woord te zeggen verdwijnt hij in de ruimte op de bovenste verdieping.

Dit is de meest rare en sexy liftervaring die je tot nu gehad hebt. Wie was die kerel? Je kijkt hem na maar wordt meteen aangesproken door een oudere man. ‘Ah, jij moet Elise zijn!? Ik had al gehoopt dat je nog steeds zou komen.’ Je stapt naar de man toe en schudt zijn hand. Zijn zuidelijk accent is schattig en zijn wijze, lieve ogen stellen je gerust. ‘Aangenaam, mijn naam is inderdaad Elise.’ ‘Het genoegen is geheel mijnerzijds. Mijn naam is Fred. Ik ben de assistent van Allard Falck. Ik heb je uitvoerige CV met belangstelling gelezen. Ik moet zeggen, ik ben onder de indruk jonge dame.’ ‘Dank u wel Fred, sorry dat ik wat later ben. De lift zat vast onderweg naar de bovenste verdieping.’ ‘Dat is toch geen probleem, lieve schat. Ik hoop dat je je hoofd nog hebt staan naar een sollicitatiegesprek?’ ‘Gaat het nog steeds door ja? Ik had gedacht dat meneer Falck het inmiddels zat was om op mij te wachten.’ ‘Ben je mal meid, hij was zelf opgehouden en is pas net in zijn kantoor. Loop maar mee.’

Hij biedt je zijn arm aan, maar eigenlijk is het om hem ondersteuning te bieden. Je vermoedt dat de man wel in de 70 moet zijn. ‘Zoals je kunt zien ben ik niet meer zo jong als ik ooit geweest ben. De vorige assistent is hem gevlogen en ik ben weer druk met de zaken voor meneer Falck te regelen. Maar het lukt me niet meer lieverd. Iemand moet mijn taken overnemen. Daarnaast zoekt hij iemand die eens in de zoveel tijd schilderijen kan restaureren.’ De arme man. Hij zou moeten genieten van zijn pensioen. ‘Ik kan me niet voorstellen dat je niet nog wat pit in je hebt Fred.’ zeg je met een lach. Hij lacht met je mee en stopt op dat moment met lopen.  Hij kijkt je serieus aan. ‘Ik moet per direct stoppen, het lukt me niet meer om voor meneer Falck te werken. Het is belangrijk dat iemand mijn assistent taken kan overnemen. Ik heb al mijn hoop op jou gevestigd, lieve jongedame. Jouw CV kan niet tippen aan die van de rest. Wat is er gebeurd dat je dit wereldje hebt verlaten?’ Je mondhoeken trekken naar beneden, je maakt een lang gezicht. ‘Mijn ouders, hoe zal ik het zeggen, sturen nogal aan op een mooie carrière in de kunst. Ik verloor interesse toen hun aansporen wat extreme vormen ging aannemen. En toen was daar ook nog mijn ex.. Hij heeft zijn best gedaan om mijn naam door het slijk te halen.’ ‘Wees gerust lieverd, wij luisteren niet naar ongegronde beschuldigingen. Ik heb een vermoeden dat jij de perfecte vrouw bent voor deze baan!’ Je krijgt bijna blossen op je wangen. Fred heeft al je twijfels weggenomen, kom maar op Allard Falck! Ik lust je rouw!

‘Ga maar naar binnen lieverd, hij vindt het niet fijn om te wachten.’ Een lach siert zijn gezicht. Voordat je de deur opendoet, sluit je je ogen. Een teug met lucht vult je longen. Langzaam ontsnapt de lucht via je neusgaten. Je bent klaar.

De kamer is half verlicht. Je ogen moeten wennen aan het donker. Een man zit achter zijn bureau, al zie je niet goed hoe de man eruit ziet. Wacht… ik herken die ogen.. Een herkenbare grijns staat op zijn lippen. ‘Je bent te laat katje.’